Cane en zijn grootvader leven samen met hun koe, Cvetka, op een verlaten heuveltop in Servië. Behalve hun boervrouw, Bosa, zijn er geen andere inwoners.
Cane´s grootvader is ervan overtuigd dat hij niet lang meer te leven heeft.
Hij vraagt Cane om naar het dorp te gaan, drie heuvels verder en daar hun koe te verkopen. Cane moet drie zaken beloven: met het geld van de koe moet hij een religieus beeld kopen, iets wat hij zelf heel graag zou hebben en tenslotte moet hij zichzelf een vrouw vinden.
Eens in het dorp heeft Cane niet veel moeite met het vervullen van de eerste opdrachten, maar hoe zal hij een vrouw vinden, die met hem naar het dorp wil gaan voor zijn grootvader er het bijltje bij neerlegt?
Dan ontmoet hij Jasna. Ze is, zoals gewoonlijk, weer te laat voor school.