Hij is pittig, charmant en bezit een unieke aantrekkingskracht op vrouwen.
Desondanks probeert Wilbur zichzelf keer op keer het leven te ontnemen. De raspessimist heeft zo zijn vraagtekens gezet bij de zin van het bestaan en is tot de conclusie gekomen dat hij een nutteloos leven leidt.
Wilburs oudere broer, superoptimist Harbour, heeft er zijn levenstaak van gemaakt om geluk te brengen in het leven van zijn diep ongelukkige broer.
Na de zoveelste mislukte zelf moordpoging van Wilbur, overtuigt Harbour hem ervan bij hem in te trekken in het appartement boven de boekwinkel die het tweetal van hun overleden vader heeft geërfd.
Harbour meent dat Wilbur beter af is met een vriendin, wat wordt onderschreven door de cynische psycholoog Horst. Het is alleen niet Wilbur, maar Harbour die kort daarna de liefde van zijn leven vindt.
Dit zet de wereld van het tweetal op zijn kop.