Aan de vooravond van de Fin-de-Siècle heeft de revival van de jaren ´70 en ´80 een absoluut hoogtepunt bereikt.
Saturday Night Fever, disco, soulpijpen en glitterbollen mogen weer en ook filmmakers herleven nog graag een keer de hoogtijdagen van de fast drugs, glitter, glamour en non-safeseks. Na Boogie Nights is er nu ´Studio 54´, het speelfilmdebuut van de Amerikaanse regisseur en scenarist Mark Christopher, waarin de roemruchte New Yorkse nachtclub Studio 54 de hoofdrol speelt.
Onder de leiding van de flamboyante Steve Rubell (in de film vertolkt door Mike Myers) was Studio 54 eind jaren ´70 en begin jaren ´80 wereldwijd een begrip. De club was de ultieme belichaming van het discotijdperk met al zijn excessen en ´The Place To Be´ voor sterren en would-be-sterren. Maar het grootste feest ter wereld blijkt ook zijn keerzijden te hebben.