Een jongetje van elf is het doelwit van een meedogenloze jacht. Thomas is een gevoelige en intelligente jongen. Hij voert een wanhopige strijd om een onmogelijke missie te volbrengen. Als hij daar in slaagt, komt zijn moeders droom uit en redt hij mensenlevens.
Herfst 1942, Zuid-Frankrijk.
Maria Von Gall, de moeder van Thomas, strijdt met de moed der wanhoop tegen het nazisme.
Ze zorgt ervoor dat joden en andere vervolgden kunnen vluchten, met behulp van Zwitserse banktegoeden van Duitse joden.
Omdat ze weet dat haar leven gevaar loopt, leidt ze haar zoon op met een liefdevolle, maar ook meedogenloze vastberadenheid: ze leert hem te overleven en angst en gevaar te overwinnen.
Omdat Thomas zeer intelligent is moet hij een lijst onthouden met alle gegevens en toegangscodes van de Zwitserse gelden.
Thomas zal in zijn eentje de strijd moeten aangaan tegen ´het kwaad´ in de persoon van Gregor Laemmle, een duivelse en onmenselijke filosofieleraar die van de nazi´s de opdracht krijgt om de lijst te vinden, en daarmee de 740 miljoen mark van Duitse joden.