Ierland, 1939.
William Franklin wordt als leraar aangesteld in de tuchtschool St-Judes, na in de Spaanse burgeroorlog aan communistische zijde te hebben gevochten.
Zijn klas wordt hem als een bende nietsnutten afgeschilderd, gedoemd om de rest van hun leven het slechte pad te bewandelen.
Het medeleven en geduld dat William voor zijn leerlingen opbrengt staat in schril contrast tot de hardhandige methodes die gehanteerd worden door andere opvoeders met voorop priester John, een meedogenloze man.
William slaagt er niettemin in zijn leerlingen in een mum van tijd te leren lezen en schrijven en hen ook nog enige literaire kennis bij te brengen.
De frustraties van John, die voortvloeien uit de populariteit van William, worden op de jongeren uitgewerkt en dreigen zwaar uit de hand te lopen.