Het leven van de jonge Ann is een opeenstapeling van ellende.
Ze woont met haar werkloze man en twee kinderen in een armzalige caravan bij haar moeder in de tuin.
Ann heeft geen doel meer in haar leven en de toekomst biedt weinig goeds. Ook op de steun van haar depressieve moeder hoeft ze niet te rekenen.
Als Ann op een dag na een medisch onderzoek te horen krijgt dat ze niet lang meer te leven heeft, ondergaat haar grauwe bestaan een radicale wending.
Ze ontdekt de ware wil tot leven.
Ze stelt een lijst van dingen samen die ze nog wil realiseren en in de korte tijd die haar nog rest, leert Ann hoe mooi het leven kan zijn.