Rosa is dertien. Ze is gevoelig, creatief en heeft humor. Maar ze is ook goed in piekeren en ontevreden zijn over haar uiterlijk. Ze is onzeker en verlegen.
Ze woont in Den Bosch. Haar ouders zijn gescheiden. Ze mist haar vader, die ze niet zo vaak meer ziet.
Haar moeder heeft een baby met haar nieuwe vriend Alexander: Abeltje.
Rosa is dol op hem, maar niet op Apenbil (Alexander, vanwege zijn harige achterwerk).
Rosa's moeder wil graag samenwonen, daarom verhuizen ze naar Groningen. Dat vindt Rosa verschrikkelijk. Alles wat haar bekend en vertrouwd is moet ze achterlaten. Kortom, ze moet een heleboel dingen die ze niet wil.
Hoe gaat ze zichzelf en alle veranderingen overleven?